Tijd voor een grotere auto

(door hem)

En toen waren we met zes.

Sedert voorbije zomer telt ons gezin zes telgen, zitten we met z’n zessen aan de ontbijttafel. Ja! Het is me wat, wie had dat ooit gedacht.

Hoe komt dat zo? We zijn pleegouders geworden, vangen de 2-jarige Covian op in ons gezin. Waarom? Omdat het kan, omdat er plaats is, omdat we het er samen over eens waren dat ‘niet kunnen’ nog net iets anders is.

IMG_20181104_113925398

Mochten we vandaag met de auto rijden, dan was het tijd voor een nieuwe. Een monovolume, een busje of een tweede wagen. Gelukkig worden we daar van gespaard :-). Weer eens duizenden euro’s uitgespaard dankzij onze keuze van intussen 4 jaar geleden.

Wat wel aan de hand is: autodelen via Cambio wordt een stuk moeilijker. In een doorsnee Cambio-voertuig is maximaal plaats voor 5 personen. Auto’s die er meer aankunnen, zitten niet of nauwelijks in het gamma. Ik geloof dat er in Gent van de meer dan 160 deelwagens slecht 4 voorzien zijn op meer dan 5 passagiers.

Ook opmerkelijk. Pleegouder worden doe ja na een grondig onderzoek van je gezin, er wordt zeg maar gekeken naar je draagkracht om in dergelijk avontuur te stappen. Even stond onze mobiliteitskeuze op de agenda. Zou dat allemaal wel lukken, zonder auto? We hebben ons gelukkig kunnen beperken tot een droge “ja, dat gaat lukken”.

Wat ook aan de hand is: onze fietsvloot telt twee nieuwe fietsen. De kost van een nieuwe wagen bleef ons dan wel bespaard, we kozen toch voor wat extra gemak door de aankoop van enerzijds een nieuwe kinderfiets voor onze bijna 6-jarige Remus en ikzelf rijd nu met een elektrische long tale bike, de Yuba Boda Boda. Over die laatste schrijf ik binnenkort wel nog eens een stukje, want het is een fiets om enthousiast over te worden.

Niks nieuws onder de zon… of toch?

(door hem)

O wat is het stil op deze blog… Kwatongen durven denken dat we onze fietsen aan de haak hebben gehangen, dat een derde spruit in het gezin er teveel aan was om alles zonder auto te blijven doen, dat het precies gedaan is met hoera-berichten over het leven zonder auto. Niets is minder waar… alleen, we zijn het intussen gewoon.

Het leven zonder auto heeft minder en minder verrassingen in petto. We weten hoe het is om zonder auto op reis te gaan, zonder auto grote inkopen te doen, zonder auto op weekend te gaan, zonder auto naar’t containerpark te gaan, etc. We kennen de grote voordelen, de beperkte beperkingen. Soms is het nog zoeken, zelden echt lastig, veelal een grote evidentie. 

 

 

Wat is er intussen veranderd? We hebben er een kleine meid bij, Bess is haar naam en ze kan bijna op haar eerste loopfietsje. Remus is er intussen 5 en fietst dagelijks van en naar school alsof hij nooit iets anders gedaan heeft. Zijn zo geliefde loopfiets is hij ontgroeid, al durft hij hem af en toe toch nog eens van stal halen. Onze fietskar kreeg een make-over en doet weer meer en meer dienst. Onze Winther E-Kangeroo bakfiets is weg, er kwam een Urban Arrow in de plaats. Hij is sneller, wendbaarder, handiger in de stad. Bojan, in het middelbaar nu, heeft het plezier van een tweedehands koersfietske ontdekt, hij is nog moeilijk bij te houden op het fietspad nu.

 

 

En tussen het fietsen door, nemen we de trein, de tram en de bus. Ook dat, we zijn het gewoon en in tegenstelling tot de vele gefrustreerde pendelaars, hebben we er zelden last mee. We zitten veel liever op de trein met onze kinderen dan in de auto, ook als we twee uur langer onderweg zijn. Als het echt moet is er Cambio, het autodeel-systeem waar je in Gent goed mee uit de voeten geraakt. Gemiddeld één keer per maand zitten we in de auto, meer zal het niet zijn.

 

 

Kortom: waarom nog bloggen? Over de meeste zaken hebben we iets geschreven, het meeste lijkt gezegd. En toen kwam daar plots een vraag uit Hasselt. Of we niet eens komen vertellen over ons leven zonder auto in de Fietsbar? En vervolgens kwam daar het besef dat veel mensen een leven (als gezin) zonder auto natuurlijk niet evident vinden. En vervolgens het besef dat we al een eeuwigheid niet meer naar onze blog hebben omgekeken, dat we bijna twee jaar na datum nog steeds een gezin van 4 zijn volgens onze blog.

Vandaar deze up-date… over het feit dat er niet veel te vertellen valt, dat er niks nieuws onder de zon is… of toch?

Hadden we bijvoorbeeld al vertelt dat kampeerplaatsen veel groter uitvallen zonder auto?

IMG_20170702_175121_152.jpg

 

Waar konijnen je niet verwachten

(door hem)

Als het weekend er is en het weer is min of meer oké, dan is er niks dat onze jongste man liever doet dan met zijn loopfietsje door ‘het bos’ racen. Liefst kriskras op eigen initiatief, schreeuwend hoe leuk dat wel is. Hoe wilder het bos, hoe grilliger de hoogteverschillen en hoe avontuurlijker het padje, hoe enthousiaster de kleuter.

 

IMG_20160327_142752.jpg

In Gent hebben we best wel wat mooie parken (parkjes) en enkele kleine natuurgebieden (o.a. de Bourgoyen, Gentbrugse Meersen). Echter… nog al te vaak gaat het om mooi aangelegde stukje natuur, met (voor een kleuter) eerder saaie padjes. Al zoekend naar net iets avontuurlijker groen, ben ik op een gegeven moment Google Maps er gaan bij nemen. Simpel eigenlijk. Zoom in op je eigen woonst, schakel over op de modus ‘satelliet’ en ga op zoek naar de dichtst bijzijnde stukjes natuur.

Tot mijn verbazing vond ik het dichtste stukje groen op exact 500m van ons eigen huis. Toen ik aan de, ongelooflijk goed weggestopte, ingang van het park een bord terugvond dat dit een officieel park was in eigendom van de Stad Gent was mijn verbazing nog groter. Het park Vyncke-Bovijn is een meer dan 200 jaar oud domein rond een landhuis en heeft alles om er een aangenaam en graag bezocht park(je) van te maken. Echter… Wie niet te voet of met de fiets is, zal de ingang nooit vinden en dat is net waarom bitter weinig Gentenaren ooit van het park gehoord hebben, laat staan weten waar het zich bevindt.

IMG_20160327_145950549.jpg

Vandaag ontdekte ik nog zo’n verdoken stuk wilde natuur. Voor wie van Gent is en zelf op verkenning wil: de ‘zandbergen‘ in Wondelgem. Dit bos zit volledig weggestopt achter enkele drukke verkeersassen en een spoorweg naar het havengebied. Het is werkelijk een vergeten stukje wild natuur, zwerfvuil incluis. Toen we er deze middag doortrokken schrokken de konijnen zich een bult.

Door de jaren hebben steeds drukker wordende autowegen deze openbare ruimte letterlijk afgesneden van de bewoonde wereld. Enkel wie nog de moeite neemt om een omgeving te voet of per fiets te ontdekken (en zelfs dat is in dit geval geen evidentie) vindt deze verborgen pareltjes terug. De wegen er naartoe zijn vaak ‘vergeten’, dat kan je soms vrij letterlijk nemen. Ze zijn overwoekerd, vergaan tot één grote modderpoel of verworden tot een ideale locatie voor sluikstorters.

IMG_20160327_145259793

Een warme oproep dus… google maps opzetten en je buurt eens echt verkennen, te voet of per fiets. En neem een kleuter mee, dat is succes gegarandeerd.

Over groot worden en evidenties

door hem

Onze jongste werd voorbije lente 2,5 jaar oud. En ook al bracht de Sint deze winter zijn eerste fiets, een Kokua loopfietsje, het is pas de laatste weken dat hij er mee weg is. Aan durf was het niet gelegen, het waren zijn korte beentjes die de zaken een beetje vertraagden. Of het waren de ouders die hun peuter te snel op een fiets wouden. Dat kan ook natuurlijk.

IMG_20150622_223754

Hij loopfietst dus. En graag, het is liefde tussen hem en dat loopfietsje. Als je weet dat wandelen met een peuter een beproeving kan zijn (het gaat alle kanten op, zelden rechtdoor) dan is zo’n fietsje onder de poep van een peuter best een verademing. Als de ondergrond meezit, kan je intussen met hem meewandelen op een normaal tempo. Naar de bakker? Geen probleem. Met de fiets naar de onthaalmoeder ’s morgens? Behoort tot de mogelijkheden. Fijn is dat.

Het doet me denken aan mijn eigen jonge dagen. Een loopfiets had ik niet, wel een driewieler, een go-cart, een pastic tractor, … en later een eerste fiets, eerst met kleine wieltjes, daarna zonder. Kortom: het fietsen is mij best wel met de paplepel ingegeven. Toch? Er was echter ook altijd de auto, de evidente auto. Daarmee ging je echt ergens naartoe. Fietsen was vrije tijd, fietsen was voor de kinderen en de jonge gasten, fietsen was voor thuis. Groot worden stond gelijk aan autorijden. Voor sommigen onder mijn vrienden was er ook de Honda Camino, als opstap naar de gemotoriseerde wereld. Zelf duurde het tot mijn 23ste vooraleer ik een rijbewijs had. Vrienden van me kregen van hun ouders de opdracht zo snel mogelijk hun rijbewijs te hebben, zodat ze op eigen benen konden staan, volwassen konden worden zeg maar.

IMG_20150619_093737

Voor mijn ouders stond er geen vraagteken bij de auto. Ze stonden zelden in de file, CO2 was nog een term uit de lessen chemie, ecologie en duurzaamheid iets van de groene. En kijk, één generatie later. Weg evidentie. Waar wij als jonge ouders de keuze nog bewust maken, een beetje tegen de hoofdstroom in, zal onze jongste opgroeien in een omgeving waar de auto niet centraal staat als vervoersmiddel. Zelf al koopt hij op een dag zijn eigen wagen (zou hij?), naar de bakker zal hij niet gaan met de auto. Van waar zou hij het idee halen? Twee generaties. Is dat wat er nodig is om een ingebakken evidentie, een ingebakken logica de wereld uit te helpen? Eén ding is zeker, die kleinste van ons zal weten wat een fiets is, wat een tram is, een bus, een trein én wat een auto is. Dat je ook een auto kan hebben die altijd voor je eigen huis staat, dat zal hij op een dag moeten ontdekken bij vriendjes. Ik vermoed dat hij dat een vreemde situatie zal vinden.

Autoloze zondagen in de uithoeken van het land

door hem

Een van de zaken die ik het liefst doe in mijn vrije tijd is er op uittrekken om te wandelen. Sedert vorig jaar vond ik enkele zielsverwanten die net als mij het land graag te voet verkennen via de GR-paden. Dit netwerk van wandel- en fietspaden over lange afstand spreidt zich uit over een groot deel van West-Europa. Je kan ze herkennen aan de rood-witte streepjes (in het geval van wandelpaden). Doorgaans kiezen we een stukje GR uit voor een dagtocht, occasioneel voor een tweedaagse met overnachting. Begin- en eindpunt bereiken we altijd per openbaar vervoer. Hieronder geef ik een overzicht van de wandeltochten die we het voorbije jaar liepen. Van begin tot einde op basis van openbaar vervoer, bijna telkens op een zondag. Een mooie illustratie dat je toch wel ergens geraakt in dit landje.

  • Nessonvaux (NMBS station) tot Spa (NMBS station) over de GR5A (24km)
  • Eeklo (NMBS station), een “Dagstapper” (19km)
  • Oudenaarde (NMBS station), een “Dagstapper” (24km)
  • Houyet (NMBS station) tot Haversinne (NMBS station) over de GR577 (34km)
  • Ronse (NMBS station) tot Geraardsbergen (NMBS station) over de Streek GR Vlaamse Ardennen (35km)
  • St. Genesius Rode (NMBS station) tot Tervuren (De Lijn & NMBS) over de Streek GR Groene Gordel (25km)
  • Spa (NMBS station) tot Vielsalm (NMBS station) over de GR5 (35km)
  • Eppegem (NMBS station) tot Mollem (NMBS station) over de Streek GR Groene Gordel (28km)
  • Luik (NMBS station) tot Esneux (NMBS station) over de GR57 (22km)
  • Couvin (NMBS station) met overnachting in Chimay tot Macon (TEC & NMBS) over de GR Pays de Chimay (50km)
  • Malmedy (TEC & NMBS) tot Trois-Ponts (NMBS station) over de GR14 (20km)
  • Trois-Ponts (NMBS station) tot Malempré (TEC & NMBS) over de GR14 (30km)

En de mogelijkheden zijn eindeloos… De GR-boekjes uitgegeven bij Grote Routepaden (in Vlaanderen) en Les Sentiers de Grande Randonnée (in Wallonië) besteden erg veel aandacht aan de mogelijkheden per openbaar vervoer. Naast de traditionele gidsen, zijn er ook de dagstappers, gidsen die focussen op dagtochten en zelf een stationstapper (met uitsluitend tochten tussen NMBS stations). De website www.trekkings.be bevat eveneens een berg aan nuttige informatie om er al wandelend op uit te trekken zonder je auto uit de garage te moeten halen.

Is de NMBS (te) duur?

door hem

We gaan binnenkort naar Utrecht en Parijs. Bij zo’n uitstapjes overkwam het mij vroeger wel eens te denken of we niet beter met de trein zouden gaan. Na enig opzoekwerk, was het antwoord telkens: neen. Internationaal reizen met de trein leek me, soms hallucinant, duur te zijn. Zeker wanneer je niet alleen reist, maar met twee of meer, leek de auto resoluut goedkoper. Nu we niet langer zonder meer kunnen opteren voor die auto was ik genoodzaakt er iets langer over na te denken.

thalys_high-speed_train_at_platform_cologne

Eerst de feiten. We reizen met 2 volwassenen en 2 kinderen vanuit Gent. Voor Utrecht betalen we heen-en-terug 59€ (met de ‘gewone’ trein) en voor Parijs 240€ (Thalys), da’s 299€ in totaal. Stel dat we met de auto zouden rijden, dan komt dit op zo’n 380km voor Utrecht en 600km voor Parijs, ik rond af op 1.000km totaal. Wat een auto kost per kilometer is een studie op zich, de meningen verschillen. In mijn eigen berekening kwam ik rond de 0,22€/km, berekeningen die ik online vind, liggen een stuk hoger, gemiddeld rond de 0,30€/km. Dezelfde trip zou met de auto dus rond de 300€ kosten. Zelf met 4 personen komen we dus niet duurder uit met de trein? Het is even schrikken. En dan rekenen we nog geen parkeerkosten, péage, …

Hoe kan het nu dat ik vroeger internationale treinen direct afschreef als veel te duur? Ten eerste omdat ik als automobilist niet besefte dat elke kilometer me 30 cent kost. Reken maar eens uit. Neem een route in gedachte die je frequent rijdt en vermenigvuldig de afstand met 0,30€/km. Daarnaast heb ik nooit moeite gedaan om de goedkopere treintickets te vinden. Stel dat ik op dit moment willekeurig een weekend kies en mijn zelfde trajecten intik op de NMBS site, kom ik voor Utrecht op 107€, voor Parijs op 480€. Min of meer het dubbele dus.

En hoe komen wij er dan vanaf voor 299€? Voor Utrecht hebben wij gebruik gemaakt van een actie rond Valentijn. Aangezien we niet echt gebonden waren aan een bepaald weekend om bij onze Utrechtse vrienden op bezoek te gaan, kwam dit goed uit. Voor Parijs hebben we dan weer onze tickets mooi 3 maand op voorhand gekocht. De ticketverkoop voor Thalys en TGV start exact 3 maand voor de effectieve vertrekdatum en de eerste tickets zijn de goedkoopste.

Gare_du_Nord_night_Paris_FRA_002

Is reizen met de trein nu duur? Ja en neen. Wie de moeite neemt om zich een weg te zoeken doorheen alle acties, voordeeltarieven en strategieën om de goedkoopste tickets te vinden en bovendien zelf ook een beetje flexibel is, komt er goed van af. Wie er niet bij stil staat, tast flink in de buidel of zit snel gewoon in zijn wagen. De NMBS haar prijzenbeleid lijkt me een echte jungle aan opties. Naast de biljetten, passen, kaarten en abonnementen heb je nog een hele resem vrijetijdstarieven, B-dagtrips en promotarieven. Wie zijn route gewoon ingeeft in het zoeksysteem, beseft niet welke opties hij allemaal misloopt.

Mijn mening over de kostprijs van treintickets is bij deze toch bijgesteld. Een transparant prijzenbeleid zou mijn zoektocht bij de NMBS veel eenvoudiger maken, maar in tussentijd zal ik me wat meer verdiepen in hun prijzen-jungle.

Op vakantie… zonder auto

door hem

De voorbije jaren gingen we met ons gezin altijd op vakantie richting het zuiden, met een auto vol kampeermateriaal. Via de (erg fijne!) website www.groenevakantiegids.nl van ECEAT (het Europees Centrum voor Eco en Agro Toerisme) zochten we een kleine, mooi gelegen camping. Een goed compromis voor wie niet al te grote budgetten wil uitgeven aan vakanties, met kinderen op stap is en houdt van het goede buitenleven.

dsc00821

Kamperen met het gezin = een auto vol bagage

Toen onze auto de deur uitging was het één van de grote vraagtekens op onze twijfel-lijst. Wat met vakanties? Eén ding was zeker. Kamperen in een of andere uithoek van Europa zou er niet meer bij zijn, tenzij we een auto zouden huren, wat ineens een grote hap uit het vakantiebudget is. Andere voor de hand liggende alternatieven (hotels/vakantieparken/huisjes), op voorwaarde dat ze met het openbaar vervoer vlot te bereiken zijn, spraken ons ook niet direct aan. Fietsvakanties zijn leuk, maar worden qua logistiek al gauw ingewikkeld als je startpunt niet aan je voordeur ligt. En te voet zit er met een tweejarige al zeker niet in. Uiteindelijk vonden we onze weg naar huisruil.

Het concept is simpel. Je ruilt je huis met een ander gezin gedurende de vakantieperiode. En om dat allemaal in goede banen te leiden bestaan er vandaag de dag online platformen die ‘huisruilers’ van over de wereld samenbrengen: Taxistop-Homelink, Huizenruil.com, Digsville of Intervac. Op goed geluk kozen wij voor de laatste. Op zo’n website maak je, tegen betaling, een profiel aan waarin je je woonst aanbiedt voor een huisruil met enkele foto’s, een leuke tekst en de nodige informatie (aantal bedden, huisdieren, tuin, auto, fietsen,…). Vervolgens kun je zoeken in alle aanbiedingen: bijvoorbeeld naar een huis in Schotland van families met kinderen, zonder huisdieren, die zelf aangeven dat ze graag naar België zouden komen. Vind je een plek die je wel wat lijkt, dan stuur je die mensen een mail. Intussen hebben we twee huisruil-overeenkomsten. In mei gaan we 4 dagen naar Parijs en komende zomer ruilen we voor twee weken met een Zweedse familie uit Skänninge. Voor onze uitstap naar Parijs maken we uitsluitend gebruik van openbaar vervoer (trein/metro), maar in Zweden staat de auto van het gezin waarmee we ruilen klaar voor ons aan de luchthaven. We zijn overeengekomen dat wij hun auto gebruiken en zij onze fietsen. Budgetvriendelijk is deze vorm van vakantie in elk geval: geen verblijfskosten en een ‘gratis’ auto ter beschikking. Bovendien biedt een gezinswoning heel wat extra dan een doorsnee vakantielogement: fietsen, speelgoed, een uitgeruste keuken,… Je komt als het ware terecht in het leven van een ander gezin. Het leuke is ook dat je toch een beetje het gevoel krijgt dat je het maar uit te kiezen hebt. Wat natuurlijk niet helemaal waar is. Maar het werkt wel een verlanglijstje in de hand, zo’n website. Op dat van ons staan zeker nog Denemarken en Schotland. En een zonnige kerst of één met sneeuw tot aan je knieën, worden ook plots haalbaar.

Wij zien het in elk geval zitten. Ten gepasten tijde volgt er zeker nog een reisverslag.

Regendagen zonder auto.

door haar

Het is winter. Al een tijdje. En dat betekent soms sneeuw, maar vaker regen. Al een tijdje.
Over sneeuw kan ik kort zijn: het is leuk als je niets anders te doen hebt, maar het maakt elke verplaatsing gevaarlijker en doet me resoluut kiezen voor het openbaar vervoer.
Over regen daarentegen, wil ik het wel eens hebben. Ik heb namelijk opgemerkt dat ik de enige ben op het werk die er niet over klaagt. Tegelijk ben ik ook de enige op het werk die er wel doorheen moet. Dat kan geen toeval zijn.

Photograph: Arthur Meyerson/Corbis

De belangrijkste reden waarom mensen regendagen niet appreciëren is “omdat je niet naar buiten kan”. Maar dat klopt natuurlijk niet. Alles kan, zelfs als het regent. En ik ben er ondertussen achtergekomen dat die belangrijkste reden wegvalt als je gewoon, zoals altijd, naar buiten moét. Je denkt er niet bij na. Je trekt je regenbroek en regenjas aan en je bent weg. Al die nattigheid heeft eigenlijk heel weinig invloed op onze dagen.

Bovendien moet je de binnenmensen niet altijd geloven. Je doet er zelfs goed aan om hen te wantrouwen, vooral als het over regen gaat. Regen wordt immers overschat. Lang voordat de bui begint en nog een hele tijd erna, klaagt men steen en been over pijpenstelen en hondenweer. Onterecht! En als je er dan toch middenin zit, denk dan aan de woorden van mijn bomma: “We zijn toch niet van suiker, zeker?!” Je kan er veel over zeggen, behalve dat ze ongelijk had.

Oohja… voor alle duidelijkheid: tegenwind is van een heel andere orde. Dat went nooit!

Wie wel droog, maar niet binnen wil blijven, vindt in het regenpakhuis al het nodige! Zelf fiets ik in een A-jacket van het geweldige Scandinavische merk Rains. Een aanrader! De allerkleinsten in de regen prop je best in een Ducksday-pak.

DSC03132_1

Vrijdagavond

door hem

Aan de kassa van de Colruyt!

Hij: Stevige handschoenen zijn dat, zijn die voor met de moto?
Ik: Ja, lijkt wel zo hé. Het is een tussensoort denk ik.
Hij: Rijd je met een moto?
Ik: Neen neen, ik heb goeie handschoenen omdat ik veel fiets.

Hij: Amai, karretje vol hé
Ik: Zeg wel, ’t was huisje leeg. Vandaar…. karretje vol.
Hij: Straks zal’t huisje ook terug vol zijn zie.

Hij: Ge zijt nu toch met den auto mag ik hopen?
Ik: 🙂

… en toen volgde er een fijn gesprek over fietsen, over bakfietsen en hoe fijn dat wel kan zijn.

IMG_0283